Deze vraag horen we nogal eens terug tijdens oplossingsgerichte trainingen. Cliënten met angst en psychotrauma kunnen de neiging hebben om uit de weg te gaan van wat eng is of pijn doet.
Geijkte behandelprotocollen hebben het dan over vermijdingsgedrag of vermijdende cliënten. En dat moet doorbroken worden, want juist blootstelling aan een gevreesde situatie of dat nare gevoel is de manier om dat gedrag te doorbreken.
In deze blog leggen we uit hoe oplossingsgerichte behandelaars te werk gaan. In plaats van termen als vermijding te gebruiken zal de oplossingsgerichte behandelaar vooral insteken op samenwerking.
Angst
Angstklachten komen veelvuldig voor, in Nederland ontwikkelt één op de vijf mensen een angststoornis. Angst zorgt ervoor dat je bepaalde zaken of gebeurtenissen uit de weg neigt te gaan: lastige gevoelens of signalen uit het lijf, terugdenken aan pijnlijke herinneringen of het vermijden van specifieke gebeurtenissen, zoals reizen in een vliegtuig of een tandartsbezoek.
Onderliggend kunnen hierbij bepaalde thema’s in het denken spelen, zoals angst voor controleverlies, veiligheid betreft de situatie, lage zelfwaardering of een overmatig gevoel van verantwoordelijkheid of schuld. Angst is helaas snel aangeleerd, maar je komt er lastig vanaf en aanhoudende angsten kunnen zich als een olievlek uitbreiden naar andere gebieden in het leven.
Angst ondermijnt autonomie
Angstklachten ondermijnen het gevoel voor autonomie: als je door angstklachten en vermijdingsgedrag niet meer kunt doen wat zin geeft in het leven, is de kans groot dat de klachten toenemen en dat er ook nog eens gevoelens van somberheid optreden. Anderzijds gaat 'gezonde’ autonomie gepaard met de aanwezigheid van minder angstklachten. Het verbeteren van de autonomie blijkt dan ook voor vermindering van angstklachten te zorgen.
Gouden standaard
De standaard als het gaat om het behandelen van angst richt op het doorbreken van het vermijdingsgedrag: een (stapsgewijze) blootstelling aan de gevreesde situatie. Dit wordt gedaan door erover te spreken, erover te denken of de gevreesde situatie gewoonweg aan te gaan. En dan zal de cliënt merken dat de angst langzaam uitdooft of wegblijft en het ergste-van-het-ergste niet optreedt. Bepaalde negatieve opvattingen over zichzelf in de beangstigende situatie worden vervangen door meer helpende, positieve opvattingen. Het doel en de aanpak wordt bij traditionele behandelingen door de zorgprofessional ingegeven.
Traditionele behandelingen rondom angst zijn ' probleemgericht’: de focus is op onderzoek en analyse van het probleem (datgene wat de cliënt niet wil). De behandeling richt zich op wat de cliënt tegenhoudt om goed te functioneren en op het aanleren van ontbrekende vaardigheden. Succes wordt gedefinieerd in termen van afname of verdwijnen van het probleem.
Oplossingsgerichte therapie
Oplossingsgerichte therapie (OT) kan worden beschouwd als een positieve vorm van cognitieve gedragstherapie. Het is een autonomie bevorderende en competentiegerichte aanpak. Doen en versterken van wat werkt.
CGT en OT kunnen gezien worden als twee zijden van dezelfde gedragstherapeutische medaille: dezelfde leertheoretische principes worden toegepast en hetzelfde gedragstherapeutisch proces wordt doorlopen. In plaats van een focus op de klacht (of op vermijding) ligt de focus op positieve uitzonderingen op deze klacht. Wanneer zijn de klachten er even niet of is het hanteerbaar? Hiermee gaat de aandacht vooral uit naar de oplossing in plaats van naar het probleem. Succes wordt gedefinieerd in termen van bereiken van wat de cliënt wél wil.
Oplossingsgerichte behandelaars volgen altijd het doel van de client. In plaats van vermijding of weerstand ligt de focus op het optimaliseren van de samenwerkingsrelatie. Zij gaan er vanuit dat cliënten een goede reden hebben om te doen wat ze doen en vragen -zonder oordeel- naar beweegredenen. Hierbij is elke keuze goed (onvoorwaardelijke acceptatie) en de keuze voor verandering ligt altijd bij de cliënt en niet bij de behandelaar (of het protocol).
Je moet vast een goede reden om de situatie uit de weg te gaan. Vertel eens? En wil je dat zou houden of wil je toewerken naar wat er zo belangrijk is je leven is?
Sterke kanten en betekenisvolle doelen
Een belangrijk aandachtspunt in oplossingsgerichte therapie is het benutten van de sterke kanten en hulpbronnen van de cliënt. Samen met de hulpverlener onderzoekt de cliënt welke vaardigheden hij al in huis heeft om zijn problemen aan te pakken.
Betekenisvolle doelen en belangrijke bestaansredenen van de cliënt worden op de voorgrond gezet en vertaald naar gedragingen. Bijvoorbeeld: ‘źich verbonden voelen met anderen’, ‘ zich nuttig voelen’ of ‘anderen helpen’. De focus ligt hiermee op de gewenste toekomst en op zingeving.
Aan cliënten wordt gevraagd: ‘Waar wil je uitkomen als gevolg van behandeling en hoe kun je dit doel bereiken? 'En wat zal een eerste stap in die richting zijn?’
Het idee is dat als de cliënt zich verbonden voelt met het doel dat dit aanzet tot gedragsverandering. Cliënten worden op deze wijze intrinsiek gemotiveerd om stapjes te zetten die hen dichter bij hun eigen doel brengen. Zonder de focus te leggen op het probleem, de angst of het vermijdingsgedrag, zal de cliënt zich uitgenodigd voelen om meer te willen en gaan doen wat goed voor hem is.
Het resultaat is een stapsgewijs blootstelling aan beangstigende situaties en gevoelens waarbij de cliënt van binnenuit gemotiveerd is om stapjes te nemen richting zijn gewenste situatie.
Als je een schip wil bouwen, roep dan geen mannen en vrouwen bij elkaar om hen bevelen te geven, om ze elk detail uit te leggen, om ze te vertellen waar ze alles kunnen vinden. In plaats daarvan, leer ze verlangen naar de enorme eindeloze zee.
Apocryphe Antoine de Saint-Exupéry. Frans schrijver 1900-1944
Comments