top of page
Foto van schrijverRené den Haan

Is jouw glas half leeg of half vol?

Optimisme is het geloof in een goede afloop. En dat is een fijne eigenschap om in huis te hebben als je met tegenslagen moet dealen.


Pessimisme is het tegenovergestelde van optimisme. Het glas is dan altijd half leeg: de negatieve focus.


Stabiel, globaal en intern

Pessimistische mensen schrijven negatieve gebeurtenissen vooral toe aan stabiele, globale en interne factoren.

Ze zeggen bijvoorbeeld: Het gaat ook nooit goed met mij, (stabiel), Ík kan niets echt goed (globaal) en  Ik deug nergens voor (intern).


Positieve gebeurtenissen worden door pessimisten toegeschreven aan tijdelijke, specifieke en externe factoren.

Als er iets positiefs gebeurt zeggen ze: Dat was alleen geluk, dat had niets met mij te maken.


Hoe zit dat met optimistische mensen?

Optimistische mensen doen dat juist precies andersom. Zij schrijven positieve gebeurtenissen juist toe aan stabiele, globale en interne factoren.


Als er iets positiefs gebeurt, zegt dat eerder iets over henzelf: Ik kan goed met mensen omgaan.

Negatieve gebeurtenissen worden toegeschreven aan tijdelijke, specifieke en externe factoren. Ze zeggen: Ik kon die deadline niet halen, want die was onredelijk.


Coping

Optimisten gebruiken bij problemen ook andere copingstrategieën dan pessimisten. Optimistische copingstrategieeen zijn bijvoorbeeld acceptatie, het gebruik van humor, de gebeurtenis relativeren of positief heretiketteren.


Afleren bestaat niet.

Bijleren wel.

Pessimistische (denk)gewoontes, negatieve opvattingen over zichzelf en hoe de wereld in elkaar steekt zijn ergens in het verleden opgedaan.

Mensen leren door wat ze meemaken en van imitatie. Veel denkgewoontes zijn afkomstig uit het gezin van herkomst of school. Juist ervaringen die in de vroege jeugd worden opgedaan zijn vaak stevig verankerd in het brein.

Het veranderen van je gewoontes is dan lastiger, maar gelukkig niet onmogelijk.

Afleren bestaat niet, bijleren wel. Concreet betekent dit dat je er heel bewust, consequent mee aan de gang moet gaan. Want leren is het resultaat van herhaling.


Optimisme training

Hieronder volgen 3 oefening om het glas half vol te leren denken.


Oefening 1 De meest optimistische persoon

Als er een negatieve opvatting zich aan je opdringt, vraag je dan of hoe de meest optimisme persoon die je kent nu zou denken én wat hij of zij dan zou doen. Vraag jezelf dan af: Wat kan ik nu minstens hiervan uit meenemen en ook doen? Wat zou het voordeel dan zijn?


Oefening 2 Stel de hoe-vraag

Elk keer als je je afvraagt waarom iets gebeurt stop je met deze gedachte.

Vervang de waarom-vraag met de hoe-vraag. Hoe kan ik, ondanks standigheden, er toch voor zorgen dat ....?


Oefening 3 Dagboekje

Schrijf elke avond een zin op over de prettigste gebeurtenis van die dag, alsof die veroorzaakt werd door iets algemeens (globaal), blijvends (stabiel) of van jezelf (omdat ik … ben of kan). 

Voorbeeld van een zin over de prettigste gebeurtenis: ‘Vandaag heb ik een compliment gekregen van mijn baas.’ 

- Globaal: ’Ik ben kennelijk een goede werknemer.’ 

- Stabiel: ‘Dat is al langer het geval, want ik heb wel eens eerder een compliment van hem gehad.’

- Intern: ‘Ik kreeg dat compliment omdat ik betrouwbaar ben en goed ben in dit soort opdrachten, al zeg ik het zelf.’


Schrijf ook elke avond een zin over de vervelendste gebeurtenis. Bekijk nu de gebeurtenis in termen van tijdelijk, specifiek en extern.

‘Vandaag kwam ik te laat op de afspraak bij de tandarts.’ 

- Tijdelijk: ‘Deze keer kwam ik te laat, maar de vorige keer was ik wel op tijd.’

- Specifiek: ‘Ik kom meestal op tijd op afspraken, dit is een uitzondering.’ 

- Extern: ‘Ik kwam te laat op de afspraak omdat ik in de file stond, dus het was niet mijn eigen schuld. Dat begreep de tandarts ook wel.’


Optimisme is dus (bij) te leren. Als bij jou het glas meestal half leeg is, is ons advies om ermee aan de gang te gaan.

Maar.. wat nou als alles lukt?

57 weergaven0 opmerkingen

Comentarios


bottom of page