Een positieve focus in gesprek met mensen die zich hopeloos voelen. Kan dat? Jazeker. Hoe: dat lees je hier.
Nieuwe ontwikkelingen
Er is in de (geestelijke) gezondheidszorg een verschuiving gaande. Van een focus van alles wat mis is naar een positieve focus. Voorheen werd alles wat er mis was met de cliënt of patiënt nauwkeurig geanalyseerd en gediagnosticeerd. Maar dit blijkt nu minder belangrijk dan eerst werd gedacht (bron: 113online https://www.113.nl/sites/default/files/113/Diagnostiek%20Nieuw.pdf).
Naast een globale inschatting van het gevaar zijn er drie dingen belangrijk:
Een goed contact. Dus oog hebben voor de werkrelatie. Hierbij werk je als gelijken samen. Je stelt je gastvrij op. Je gebruikt vooral open vragen, geeft reflecties en je laat merken dat je de ander begrijpt en respecteert. Je probeert niets te veranderen aan wat de ander denkt of voelt. Wees echt aanwezig.
Samen met je cliënt in gesprek komen over zijn/ haar verhaal. Hoe denkt je gesprekspartner precies over zelfdoding? Heeft hij of zij eerder een poging gedaan en wat hielp om te overleven? Kom zo samen tot een samenhangend verhaal - het narratief - met een duidelijk handelingsperspectief.
Samen met de cliënt (en zijn dierbaren) spreken over wat er moet en kan veranderen om risico's op zelfdoding te verminderen. Bespreek samen wat nodig is voor een veilige situatie en organiseer dit. Wat helpt, wat hielp eerder, wat gaf en geeft steun en veiligheid? Samen ga je op zoek naar zaken die wél rechtstreeks te beïnvloeden zijn. Hierbij besteed je niet teveel tijd aan dingen die dat niet zijn.
Over hoop Gedachten aan zelfmoord komen vaak voor. Een belangrijke taak van hulpverleners is het samen met cliënten en hun naasten bouwen aan hoop (Den Haan & Bannink, 2017).
Hoop is het geloof dat de toekomst beter zal zijn dan het heden én dat je daarop invloed kunt uitoefenen. Hoop is één van de krachtigste attitudes, emoties, gedachten, overtuigingen en motiverende factoren. Hoop is van vitaal belang. Het houdt ons in leven. We komen er ’s morgens voor uit bed. Hoop houdt ons op de been, zelfs bij ernstige tegenslagen. Hoop fluistert: ‘Probeer het nog een keer’, als iedereen zegt: ‘Geef maar op.’
Hoop heeft een sterke relatie met zingeving, omdat we door na te denken over doelen en de vooruitgang die we boeken het leven als betekenisvol zien.
Hoop in behandeling: gelijkwaardige partners Hoop neemt een centrale plek in bij behandelmethoden met een positieve focus, zoals oplossingsgerichte therapie en positieve cognitieve gedragstherapie. Hierbij leggen hulpverleners zo min mogelijk nadruk op falen en problemen.
Daarvoor in de plaats komt de focus op sterke kanten, (eerdere) successen en positieve uitzonderingen (momenten waarop het probleem zich had kunnen voordoen, maar dat op de een of andere manier niet deed).
Cliënten geven steeds feedback over de voortgang van de behandeling en de relatie met de behandelaar, waardoor ze gelijkwaardige partners in de gesprekken worden.
‘Wanneer we suïcidale cliënten vragen wat er van onze gezamenlijke inspanning geholpen heeft, dan vertellen ze vaak over het eerste sprankje hoop. Ze hebben het dan over de ontdekking van ‘voldoende’ hoop om hen te helpen om het pijnlijke herstelproces ‘uit te zitten’ of iets anders te proberen. Ze vertellen vaak dat het kleine beetje hoop dat ze zien (zoals een cliënt zei: ‘het licht aan het eind van de tunnel dat niet van een trein is’) helpt om langer te blijven leven.’
Uit: Suïcidepreventie: bouwen aan hoop (den Haan & Bannink, 2017)
Reis
Snyder (1994, p. 287) stelde in zijn hooptheorie dat hoop kan worden gezien als het maken van een reis. Hiervoor heb je drie elementen nodig:
de bestemming (doel).
een vervoermiddel (mandaat, zelfeffectiviteit). Wie gaat de reis maken en wat heb je daarbij nodig?
een routekaart (stappenplan, middelen). Hoe kom je van A naar B en welke wegen en alternatieve routes moeten er gemaakt worden als er obstakels zijn?
Eén klein positieve verandering kan al hoop genereren. Hoop gaat niet over het verzetten van bergen, maar over het één voor één verplaatsen van losse stenen.
Wanneer cliënten een klein verschil merken, hebben ze een stapje vooruitgezet en ervaren ze meer controle. Zingeving De hooptheorie moedigt aan om een doel te stellen waarbij je iets verder reikt - stretch goals. Hierbij gaat het om zingeving. Denk aan waarden als welbevinden, erbij horen, verbondenheid en sociale relaties, zelfredzaamheid, iets voor een ander betekenen, vrijheid, geïnspireerd blijven.
Het steeds opnieuw vaststellen en bereiken van deze stretch goals is een goede manier om een positiever en op sterke kanten gebaseerd leven te bereiken.
Sprankje hoop Valkuil is om sneller te willen dan je cliënt. Na het geven van voldoende erkenning kan de reis pas beginnen.
De zoektocht naar hoop begint meestal bij het vinden van een sprankje hoop. Dit zijn geschikte vragen:
Wat hielp in het verleden, al was het maar een beetje?
Hoe lukt het om door te gaan met alles wat er gebeurt en gebeurd is?
Hoe lukt het om van het ene moment in het andere te komen?
Zou de situatie slechter kunnen zijn dan nu? Hoe komt het dat het niet erger is?
Wat zeggen mensen om je heen dat je goed doet, zelfs als het slecht met je gaat?
Stel dat je over tien jaar, wanneer het beter gaat, terugkijkt op vandaag. Wat zal je dan geholpen hebben?
De positieve focus Fredrickson (2009), onderzoeker naar positiviteit, stelt dat er twee reacties op negatieve gebeurtenissen mogelijk zijn: wanhoop of hoop.
Bij wanhoop ontstaat er een neerwaartse spiraal. Angst en onzekerheid zorgen voor stress, waardoor er verdriet en zelfs schaamte kan ontstaan. Alle aandacht voor positieve dingen gaat verloren, evenals de verbondenheid met belangrijke anderen.
Hoop is anders. Het is niet het spiegelbeeld van wanhoop, want je ziet wel degelijk wat er aan de hand is. Hoop zorgt voor een opwaartse spiraal. De aandacht voor positieve dingen neemt toe, zodat je liefde, dankbaarheid etc. kunt voelen en zodat verbondenheid met belangrijke anderen toeneemt. Daardoor kan je je zelfs sterker gaan voelen dan ervoor. Cliënten worden aangemoedigd uit te zoeken wat werkt en daarvan meer te doen. Hun oplossingen hoeven niet eens gerelateerd te zijn aan de problemen.
Verbetering komt vaak tot stand door het verplaatsen van de aandacht van ontevredenheid over de status quo naar een positief doel en door stappen in die richting te zetten.
Hoopverleners Veel cliënten vertellen dat het geloof dat hulpverleners in hen hebben het belangrijkste is dat hen op de been hield. Volgens hen is het dit hardnekkige geloof in een positieve uitkomst dat tot de uiteindelijke overwinning op wanhoop leidt.
Hoop kan dus zelfs in het leven van cliënten met suïcidaal gedrag besmettelijk zijn. Bedenk dat cliënten die over zelfmoord praten om de één of andere reden nog steeds in leven zijn: nodig hen uit de vraag te beantwoorden wat maakt dat ze er nog steeds zijn. Wij pleiten ervoor dat minstens 50% van de gesprekken moet gaan over redenen om te blijven leven.
Dit maakt je als hulpverlener tot hoopverlener. Wil je meer weten over dit onderwerp, kijk dan ook naar onze youtube-film of lees ons boek.
Comments